De geschiedenis van het Stroomhuis te Neerijnen

Voor de Eerste Wereldoorlog beschikte niemand over elektriciteit in Neerijnen of omgeving. Niemand? Nou ja, baron Van Pallandt wel. Hij had een elektrische lamp boven zijn bed hangen. Daarvoor had hij in het bos rond het kasteel zijn eigen 2,5 meter hoge generator staan, die stroom opwekte. Er bestond echter nog geen kabelnet dat elektriciteit naar de huizen van de burgers distribueerde.

In Nijmegen en Arnhem brandden al wel de eerste lampen op elektriciteit. In Nijmegen is rond 1920 een elektriciteitscentrale gebouwd. Van daar werd 10 kV stroom getransporteerd. Later werd die spanning verhoogd tot 50 kV, die via kabels naar transformatorstations in Hemmen en Tiel werd gebracht.

Onderweg ging wel spanning verloren, maar in die stations werd de spanning weer verhoogd tot 50 kV. Vanuit die transformatorstations of onderstations werd spanning van 10 kV verder geleid naar transformatorhuisjes die de stroom als 220V afleverden bij de woningen.

Iedere provincie had zijn eigen elektriciteitsmaatschappij. In Gelderland was dat de PGEM, de  Provinciale Gelderse Elektriciteitsmaatschappij die overigens niet samenwerkte met andere provinciale elektriciteitsmaatschappijen.

In de jaren ‘23/’24 werd vanaf Tiel een kabel langs de Waaldijk naar Vuren gelegd. In 1942 werd van Tiel, via Neerijnen een kabel van 50 kV naar Orthen (Brabant) gelegd. Dat was het begin van samenwerking tussen de verschillende provinciale elektriciteitsmaatschappijen.

Na de Tweede Wereldoorlog bleek het bestaande kabelnet van 50 kV te klein te zijn. Het verbruik werd groter doordat wederopbouw en industrie meer elektriciteit vergden. Daarom werd er een kabelnet van 150 kV aangelegd. In de jaren ‘50/’60 ontstond de SEP, de Samenwerkende Elektrische Productiebedrijven. Er werd een groter landelijk koppelnet gebouwd van 380 kV, met koppelingen naar Duitsland en België.



In 1951/’52 werd door de PGEM in Neerijnen een 50 kV onderstation gebouwd, onder architectuur van ir. Pennings, het Stroomhuis. Het werd in 1953 in gebruik genomen. Het Stroomhuis is gebouwd op grond die is onteigend van de toenmalige baronesse Van Pallandt.

Het Stroomhuis verzorgde de elektriciteitsvoorziening van de Tieler- en de Bommelerwaard. Naast het Stroomhuis kwamen drie huizen te staan voor werknemers van de PGEM die om de drie weken dienst hadden, ook ’s nachts.

Bij een storing werden ze ’s nachts uit hun bed gebeld om zo snel mogelijk het probleem te verhelpen. Als ze niet vlug genoeg in de kleren schoten, ging de telefoon opnieuw: “Waar blijf je nou?”.

Toen eenmaal de afstandsbediening was ingevoerd deden ze ook dienst in de onbemande stations van Wageningen, Renkum, Culemborg en Zaltbommel. Soms moesten ze zelfs naar Vuren voor een regelaar die ergens tussen gezet moest worden om de spanning weer op te krikken tot 220 V.

In de Bommelerwaard groeide het aantal kassen. Ook de industrie floreerde er. Daarom bouwde de PGEM in Zaltbommel een nieuw onderstation met een verbinding van 50 kV van Tiel naar Zaltbommel.

Voor die verbinding ontsierden hoogspanningskabels het landschap. Er is dan ook veel actie gevoerd tegen de aanleg van die kabels. Een harde verbinding van 10 kV voorzag het nieuwe schakelhuis naast het Stroomhuis in Neerijnen voortaan van stroom vanuit Zaltbommel. Het voorzieningsgebied van dat schakelstation betreft nu alleen nog de Tielerwaard.

Daarmee was het oude schakelstation in Neerijnen, het Stroomhuis, overbodig geworden. Het werd dus gesloten. PGEM-medewerker de heer J. van de Sandt stelde in 1987 de apparatuur eigenhandig buiten werking. Vervolgens vroeg de PGEM bij de gemeente vergunning aan om tot sloop van het gebouw over te gaan.

Drs. A.W.H.M. Jansen, destijds de betreffende wethouder, weigerde vergunning te verlenen voor sloop van het gebouw. Wel werd het interieur ontmanteld, evenals de apparatuur buiten. Het terrein was vervuild en werd dus gezuiverd van olieresten. Er bleek ook nogal wat trichloor in de grond te zitten, omdat daarmee destijds de schakelaars waren schoongemaakt en de trafo’s.

Nadat ook de heipalen onder de externe apparatuur waren verwijderd, bleef alleen het gebouw over. De PGEM zag af van sloop en bood het gebouw met een ‘bruidsschat’ aan de gemeente aan. Sloop zou immers ook heel wat geld kosten. Ook heeft de PGEM het terrein verhard en de beplanting aangelegd.

Het gebouw Stroomhuis kwam het leeg te staan en kon voortaan worden gebruikt voor diverse kunstuitingen, met als voornaamste gebruiker de toen opgerichte Stichting Huis voor de Kunst. De gemeente Neerijnen heeft het gebouw later overgedragen aan landgoedbeheerder Geldersch Landschap en Kasteelen onder voorwaarde dat de Stichting Huis voor de Kunst gebruik kon blijven maken van de 1e etage van het gebouw.

Op 30 sept 2008 werd een gebruikers- en samenwerkingsovereenkomst getekend tussen het Geldersch Landschap en Kasteelen en de Stichting Huis voor de Kunst.

Op 23 juli 2009 zijn de tenaamstelling en statuten van de Stichting Huis voor de Kunst gewijzigd in die van Stichting Stroomhuis Neerijnen.

Het Stichtingsbestuur bestaat uit 6 leden: voorzitter, secretaris, penningmeester, algemeen lid programmacommissie, algemeen lid natuur en algemeen lid gebouw & techniek. Er zijn ca. 90 vrijwilligers actief, allen zijn onbezoldigd.

Wel startte de NUON in het gebouw nog een proefproject om aardwarmte te gebruiken voor verwarming. Er wordt grondwater opgepompt naar een systeem dat werkt als een koelkast, maar dan andersom. Vandaar uit stroomt warm water naar de radiatoren. Deze warmte kost heel weinig geld. Maar helaas daar kan het huidige Stroomhuis niet meer van profiteren.

Er is een biomassa-installatie geplaatst. De bestaande installatie met 3 warmtepompen in cascade en een elektrische na-verwarming werkte niet naar behoren. Het hoog temperatuursysteem werd niet voldoende gevoed met warm water uit de installatie. Na de installatie grondig te hebben geïnspecteerd en onderzocht, is geconstateerd dat dit niet meer te herstellen was.

Op dat moment, in 2012, is de keuze gemaakt om te gaan verwarmen met een duurzame Hout Pellet kachel. Deze installatie is wel geschikt voor een hoog temperatuursysteem en werkt al jaren naar behoren zonder problemen.

Zonnepanelen

In opdracht van het Geldersch Landschap is in 2017 het dak van het voormalig Stroomhuis in Neerijnen vervangen. Daarop zijn 52 PV-panelen geplaatst.

Deze installatie is aangelegd met een Solar Edge systeem, dit houdt in dat ieder paneel zijn optimale opbrengst zal hebben. Door middel van het toepassen van optimizers. Door het gebruik van optimizers zijn de opbrengsten van de panelen online te zien.

Deze visualisatie is voor de bezoekers van het restaurant op een monitor te zien. Zo is voor de bezoeker te zien wat de panelen opbrengen.

Stroomhuis Piekvermogen: 14,3 kWp


Oorspronkelijke inrichting schakelstation Neerijnen

Buiten stonden twee transformatoren om de binnenkomende spanning van 50.000 V uit Tiel om te zetten naar 10.000 V voor distributie via transformatorhuisjes naar huizen en andere gebouwen in de regio. Het 50.000 V kabelsysteem ging verder naar ’s-Hertogenbosch / Orthen.

1         Regelruimte I:

Regeltransformator: Deze regeltransformatoren zorgden ervoor dat de uitgaande spanning constant bleef en dat deze geregelde spanning afgeleverd werd naar de cellen in de toestellenzaal.

2         Regelruimte II

Regeltransformator: Onder de regeltransformatorenaars zijn open roosters te zien, om de warmte af te voeren die de regeltransformatoren afgaven. Daartoe diende ook de schoorsteen. In de roosters zaten kleppen, zowel beneden als in de schoorsteen, die verbonden waren met elkaar. Daar was een beveiligings-mechanisme in aangebracht.

3         Hulprailruimte

Railruimte

De hulprail diende voor bijzondere gevallen met storingen, bijvoorbeeld om een aardfout te vinden. De veiligheidsvoorschriften waren streng. De medewerkers hadden een opleiding de vergelijkbaar was met mts en daarnaast cursussen gevolgd.

De Bedrijfs Instructie Hoogspanningsaanleg (BIH) moesten ze uit hun hoofd kennen; ze deden daar examen in. Verder liepen ze een jaar mee in het werk en gingen ze een week lang met een ingenieur op pad. Ze moesten dan alle vragen kunnen beantwoorden. Medewerkers voelden als er iets mis was met de spanning. Ze gebruikten houten ladders en duimstokken, maar nooit metalen voorwerpen. De glazen ramen zijn extra dik, omdat daar spanning voerende delen waren opgesteld onder 10.000 V.

 

 4         Compressorruimte

Hier stonden twee compressoren met voorraadketels van 30 atmosfeer.

Alles was in tweevoud aangelegd: het leidingensysteem voor de druklucht, compressoren, transformatoren, voor-raadketels en de vluchtdeuren.

Dat is in de fundering nog te zien. Mocht er ergens een storing zijn in een onderdeel, dan kon de stroom voorziening via onderdeel nummer twee doorgaan.

5         Accuruimte

In deze ruimte stonden twee rijen van glazen bakken met accuzuur en loden platen. Die waren in serie verbonden en leverden 110 V aan een lader voor sturing en beveiliging. De medewerkers controleerden op vrijdagmiddag de accubakken, zo nodig vulden ze het accuzuur aan met gedestilleerd water. Daarvoor moesten ze het soortelijk gewicht van het accuzuur meten. Op die middag werd trouwens alles nagelopen en gecontroleerd. Ook de meterstanden namen ze op.

6         Telecomruimte

De PGEM, later Nuon, beschikte over een eigen telecomsysteem met eigen telefoonlijnen en diensttelefoons. Bij iedere 10 kV-kabel werd ook een telefoon-kabel meegelegd. Ook in de kleine transformatorhuisjes zijn telefoons met aansluiting op het eigen net. Toen de onderstations kwamen, liepen de afstandsbediening, spanningsmetingen en het alarm via het telecomnet naar het eigen telecom-, schakelcentrum in Arnhem. Later werden de scheidingsschakelaars e.d. op afstand bediend via het telecomnet. Daarmee werden de dienstwoningen overbodig.

7         Brandweerruimte

In deze ruimte stond de brandspuit en hingen de brandblussers. De brandspuit had een Volkswagenmotor. Aan de wand was een rek bevestigd met slangen en spruitstukken. Eenmaal per maand oefenden de medewerkers met de brandweer, bijvoorbeeld om te leren hoe een oliebrand te blussen. Vanaf de bedieningszaal gingen secundaire kabels voor bediening en meting in het tussendeel tussen telecomruimte en brandweerruimte naar beneden en vervolgens naar het openluchtstation buiten.

8         Werkplaats

In de werkplaats werden onderhoudswerkzaamheden verricht.

8 A. Hoogspanningsruimte: hier kwam 10 kV binnen en werd de spanning omgezet naar 220- 380 V voor het eigen bedrijf, het Stroomhuis.

8 B. Laagspanningsruimte: hier werd de laagspanning verdeeld voor het gebouw (Stroomhuis) en de huizen in de straat tot aan de hoek.

9, 10 en 11 Toiletten.

12         Bedieningszaal

Op het beveiligingspaneel (links) zaten beveiligingen voor alle transformatoren en distantiebeveiligingen voor de lijnvelden buiten vanuit Tiel en naar Orthen.

Het alarm zat op de kop van het beveiligingspaneel.

Daarop konden medewerkers storingen aflezen en interpreteren.

Tegenover de beveiligingspanelen stonden de bedienings-lessenaars (rechts) voor buiten. Tussen de onder- en de bovenverdieping was een flinke kruipruimte aangebracht vol met secundaire kabels voor beveiliging en besturing.

13       Toestellenzaal

In de bedieningsgang van deze zaal kon men veilig de toestellen bedienen, om dat alle cellen voorzien waren van een gazen raamwerk dat een afscheiding vormde van de spanning voerende delen.

De vermogensschakelaars in die cellen werden elektrisch gestuurd. Ze schakelden leidingen uit als er bijvoorbeeld ergens buiten een kabel kapot getrokken werd.

De scheidingsschakelaars werden met een handel, dus mechanisch, bediend. Die mochten nooit onder belasting (stroom) in- of uitgeschakeld worden, want dan zou een vlamboog ontstaan en de hele cel uitbranden.

Om de belasting van de scheidingsschakelaar af te halen, moest je eerst de vermogensschakelaar uitschakelen. Bij in werking nemen werden eerst de bijbehorende scheiders ingezet, daarna moest je de daarbij behorende vermogensschakelaar inzetten.

Voor het uitschakelen van een vermogensschakelaar had je enorme luchtdruk nodig om de vlam te doven. Die luchtdruk diende tevens voor aandrijving van het in- en uitschakelmechanisme. Deze luchtdruk kwam vanuit de compressor ruimte.


 

 

 

Doorsnede 10 kV-station


Plattegrond begane grond

1 Regelruimte I, 2 Regelruimte II, 3 Hulprailruimte, 4 Compressieruimte, 5 Accuruimte, 6 Telecomruimte, 7 Brandweerruimte, 8 Werkplaats,  9, 10 en 11 Toiletten


Plattegrond 1e etage

12 Bedieningszaal, 13 Toestellenzaal.


 Stichting Stroomhuis Neerijnen

 Kunst, Cultuur & Landschap